Dat het Verenigd Koninkrijk vorig jaar voor een Brexit koos, was dat een voorbode voor de ineenstorting van de Britse economie.
Dat dáchten we tenminste.
Inmiddels weten we wel beter: de Britten hebben tot nu toe de economie redelijk overeind weten te houden, met groei in 2017. Mede daardoor staat het VK wederom op de nummer 1-positie in Forbes’ lijst met de beste landen ter wereld om zaken te doen.
Kleine kanttekening: door de forse daling van het Britse pond zijn geïmporteerde producten fors duurder geworden in het VK. Dat voelen gewone Britten in hun portemonnee, want de stijging van lonen blijft achter bij de Britse inflatie. Koopkrachtverlies door de het Brexit-besluit dus.
Maar terug naar de Forbes-lijst: ook Nederland is een van de beste landen ter wereld om zaken te doen. Ons land pakt de derde plaats, vlak na Nieuw-Zeeland. Dat we het zo goed doen heeft veel te maken met aanhoudend hoge handelsoverschot, stabiele arbeidsverhoudingen en lage werkloosheid.
Forbes kijkt naar vijftien verschillende factoren voor zijn ranglijst van 153 landen: eigendomsrechten, innovatie, belastingen, technologie, corruptie, infrastructuur, marktomvang, politiek risico, kwaliteit van leven, personeelsbestand, vrijheid (persoonlijk, handel en geld), administratieve rompslomp en beleggersbescherming. Elke categorie telt even zwaar.
Naast de algemene lijst scoort Nederland ook uitzonderlijk hoog in de lijsten van beste landen voor persoonlijke vrijheid, technologie, innovatie en eigendomsrechten.